Wanneer een gelovige overlijdt, moet hij of zij verantwoording afleggen aan God voor de daden die hij of zij heeft gesteld gedurende zijn of haar leven. Als de overledene goed en deugdzaam is geweest, komt hij of zij in de hemel terecht. Heeft de overledene daarentegen een zondig leven geleid, dan is hij of zij gedoemd om in de hel te verblijven. De hemel wordt doorgaans voorgesteld als een paradijs waar onder andere rijstpap met gouden lepeltjes wordt gegeten. In de hel daarentegen blijven de zondaars eeuwig branden. Daarom baden katholieken vroeger steevast voor de zielenrust van een overledene. Nabestaanden wilden namelijk voorkomen dat een dierbare in de hel zou terechtkomen. Dikwijls werd hiervoor een rozenkrans of paternoster gebruikt, omdat die zou beschermen tegen het kwade. In tegenstelling tot katholieken geloven protestanten niet dat gebeden de zielenrust van de overledene kunnen beïnvloeden. De overledene wordt volgens hen uitsluitend beoordeeld op zijn of haar gestelde daden en daar kan geen enkel gebed verandering in brengen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb